Warmte van bloembollen


De buurt De Gouw en een deel van Gommerwijk-west, in de gemeente Enkhuizen, tellen samen 250 woningen, grotendeels van particuliere eigenaren. Een kerngroep van een viertal mannen heeft het plan opgevat om warmte van de nabijgelegen bollenkwekerij te benutten voor het verwarmen én koelen van deze woningen.

Het kan een lage temperatuur warmtenet worden (16-18 graden) met in de woningen zelf een relatief kleine, geluidsarme warmtepomp om de temperatuur op te hogen naar de gewenste temperatuur. Omdat de woningen gebouwd zijn in de jaren tachtig tot 2000, hoeft er op die manier niet uitgebreid geïsoleerd te worden. De buurt wenst de regie in eigen hand te houden en wil ook grip houden op de tarieven. Daarom koersen ze in de richting van een coöperatief warmtenet.

Initiatiefnemers Ad Verhage en bloembollenkweker Bert Karel

 

De eerste stap

De zonnecoöperatie West-Friesland had al acht coöperatieve zonnedaken ontwikkeld, is betrokken bij de Regionale Energie Strategie en is ook bezig met zonneweides. Twee (oud)bestuursleden van deze coöperatie vonden een jaar geleden dat het tijd werd om ook aan de slag te gaan met warmte. De eerste stap was het organiseren van een buurtbijeenkomst. Ze organiseerden een open gesprek met hun buren over duurzaamheid: wat kun je zelf doen aan isolatie, aan zonnepanelen? En hoe zouden we over kunnen stappen op een aardgasvrije verwarming? Het was een levendige avond die resulteerde in de wens te zoeken naar een alternatieve warmtebron. Deze bron diende zichzelf aan: na een paar dagen meldde zich bollenkweker Bert Karel. Hij had een nieuwe, duurzame installatie aangelegd om de bollen in de zomer te kunnen koelen en bood de warmte die daarbij vrijkomt aan, om te benutten om huizen te verwarmen.

Partners zoeken

Het ontwikkelen van een nieuwe collectieve voorziening vraagt specialistische kennis. Vanuit Energie Samen Buurtwarmte krijgt de groep ondersteuning en begeleiding. Bij het eerste gesprek van de initiatiefnemers en bollenkweker Bert Karel werd naast Buurtwarmte ook de ambtenaar duurzaamheid van de gemeente Enkhuizen uitgenodigd. Ook hij was enthousiast over het idee. Er werd besloten een studie te laten uitvoeren om te berekenen voor hoeveel woningen er warmte beschikbaar zou zijn en of dit warmtenet betaalbaar zou kunnen zijn.  De gemeente Enkhuizen en de provincie dragen samen de kosten voor dit onderzoek en de coöperatie West-Friesland diende als opdrachtgever.

Netwerk in de buurt

Ondertussen werd er ook gewerkt aan vergroten van het draagvlak in de buurt: er is publiciteit in het buurtkrantje, mailings en brieven worden bezorgd bij alle 250 woningen. Persoonlijk contact is echter het allerbelangrijkste. Initiatiefnemer en energiecoach Martin de Boer beschikt over een warmtecamera en komt graag bij de mensen thuis. Door samen met de mensen in de wijk te spreken over wat je nú kunt doen krijg je bewustwording en interesse. Mede daardoor zijn er nu al 41 mensen die hebben aangegeven serieus interesse te hebben om deel te nemen.

Kostenneutraal overstappen

Uit een ruwe schatting is gebleken dat er warmte is voor 50 woningen én dat het mogelijk financieel uit kan. Dit moet nog worden bevestigd uit het haalbaarheidsonderzoek dat nu gaande is. Er zal een nieuwe coöperatie opgericht worden, die eigenaar gaat worden van dit warmtenet. Op die manier blijft het geld in eigen handen en kan de buurt zelf kostenneutraal overstappen op duurzame warmte. Op termijn kunnen er nieuwe duurzame bronnen aan dit net toegevoegd worden, zodat ook de rest van de wijk van duurzame warmte gebruik zal kunnen maken.

Pakt de gemeente de handschoen op?

De initiatiefnemers willen nu doorpakken en het enthousiasme van het moment benutten om een PAW aanvraag te doen. De gemeenteraad is echter nog niet zo ver: de raad zal dit jaar de Transitie Visie Warmte vaststellen. Wil en kan de gemeente – vooruitlopend op de Transitie Visie Warmte – een PAW aanvraag te doen voor deze wijk? Het is een terugkerend knelpunt voor initiatieven. Projecten kunnen vertragen omdat beleidsprocessen lang duren. Hopelijk kunnen ze snel aan de slag met warmte uit bloembollen.

Manifest voor coöperatieve warmte

Geachte raadsleden, college en beleidsmedewerkers,

Inleiding:

In 2021 moet de Transitievisie Warmte (TVW) afgerond zijn. De informatie daarin zal grotendeels het type ontwikkeling naar gasloos wonen bepalen. Als collectieven van actieve bewoners en partijen met duurzame doelen, verzameld in de coöperatie Energie Samen Buurtwarmte (landelijk) en de Vereniging van Energiecoöperaties en –initiatieven (VEINH, provinciaal) zien wij vooralsnog meestal te weinig terug in deze gemeentelijke beleidsstukken van de kansen die lokale initiatieven en coöperaties bieden. In dit manifest laten we u de waarde van coöperatieve warmte zien, leggen we uit welke uitgangspunten in beleid daarbij kunnen helpen, en bieden wij voorbeelden van gemeenten die in onze ogen een goede richting opslaan. We roepen u op deze goede voorbeelden te volgen en de inzichten uit het land te vertalen naar uw eigen situatie in de Transitievisie warmte. I De waarde van coöperatieve warmte Wijkbreed overgaan naar duurzame warmte staat nog in de kinderschoenen. Desalniettemin zien we al prachtige voorbeelden van groepen mensen die de regie nemen in hun gezamenlijke verduurzaming. We noemen hier het project van warmtecoöperatie Ketelhuis Wilhelmina Gasthuis terrein, Muiderberg gasloos van energiecoöperatie WattNu en Spaargas van energiecoöperatie DE Ramplaan. Deze initiatieven laten zien: het kan! En we zien al veel voordelen van de coöperatieve werkwijze. Participatie geeft betere inhoudelijke plannen en oplossingen • Bewoners kennen hun buurt en zien de mogelijkheden voor de creatie van meerdere waarden en koppelkansen. Van vergroenen tot onderhoud en lokale werkgelegenheid. • Bewoners kennen hun eigen woning het beste zodat passend maatwerk mogelijk wordt. Bijvoorbeeld dat isoleren tot label c voldoende is, of waar buffervaten geplaatst kunnen worden. • Bewoners kennen hun energiebehoeftes en gebruik het beste. Ze kunnen helpen om het hele energiesysteem in de wijk op orde en in balans te krijgen. Ze hebben zowel elektriciteit als warmte/koeling nodig, zowel voor hun huis als voor mobiliteit. Dat kan bijvoorbeeld met besparen, piekscheren en uitwisseling van energiedragers. Dit zorgt voor optimale CO2 reductie, lagere maatschappelijke kosten en betaalbare warmte. Initiatieven verhogen draagvlak en verminderen risico’s  Initiatieven mobiliseren positieve energie in een buurt. Bewoners werken aanstekelijk voor elkaar. Ons werk laat zien dat koplopers de middengroepen mobiliseren. Dankzij actieve bewoners groeit het netwerk van betrokken en geïnformeerde bewoners. Met elkaar zorgen ze voor betere inhoudelijke plannen.  Bewoners gaan niet weg en hebben een langetermijnvisie. Ze willen dat het goed komt. Het gaat over hun eigen huizen en eigen leefomgeving. Je komt hun huis niet in als er geen goed plan is. Je kunt wel samenwerken als er een goed proces en een goed plan is.

Deze bewonersbetrokkenheid vermindert het vollooprisico. Bij collectieve voorzieningen als een warmtenet, bestaat het risico dat niet genoeg bewoners meedoen om het rendabel te krijgen. De coöperatieve werkwijze waarbij bewoners zelf hun plan maken, reduceert dat risico. Aanvulling op democratie en politieke structuur  Initiatieven en coöperaties vertegenwoordigen het bewonersbelang en organiseren het omgevingsbelang. Dat zal ook nodig zijn met de nieuwe omgevingswet. Ze doen dat met transparante en open processen waar alle bewoners aan mee kunnen doen, door goede gesprekken te voeren, en samen beslissingen te nemen.  Deze coöperaties en initiatieven hebben realisatiekracht. Initiatieven starten wijkbedrijven die behoeften van mensen en publieke waarden realiseren. Het zijn doeners die niet enkel over publieke waarden praten maar ze ook realiseren. Het valt in de warmtetransitie nog niet mee om projecten te realiseren. Waar bewoners het initiatief nemen, gaat dat beter. (Groot struikelblok momenteel is de financiering, dat is dan ook een politiek vraagstuk) Ze gaan verder dan een beleidsplan. Ze hebben maatschappelijke impact door sociaal te ondernemen. Ze combineren maatschappelijke impact en goede bedrijfsmatigheid. II Uitgangspunten in beleid om coöperatieve warmte te ondersteunen Initiatief en zeggenschap Wij willen dat bewoners en lokale partijen in hun dorpen, wijken en buurten zeggenschap kunnen krijgen over het proces naar en de bronnen en technieken van de verduurzaming van hun huizen en gebouwen. Bewoners en partijen betalen de energierekening en hebben daarmee zeggenschap over hun energievoorziening. Zij willen dat zo houden. We zien dan ook dat in het hele land bewoners het initiatief nemen om zelf een plan te maken of een project te ontwikkelen. Dit vraagt serieuze afspraken. Als bewoners beginnen met een plan, willen ze dat ook kunnen uitvoeren. Dat vraagt borging.

Suggesties voor de TVW:

Neem lokaal initiatief op als een criterium om een wijk prioriteit te geven.

Ondersteun initiatieven met kennis, kunde en netwerken van de gemeente en met financiële middelen om hun eigen proces te organiseren.  Geef een bewonersinitiatief het eerste recht om een plan te ontwikkelen, waarbij ze bij positief resultaat ook zelf het plan mogen realiseren.  Ontwikkel met initiatieven een kader voor de ondersteuning en voor de afspraken om verantwoordelijkheid te nemen. Lokaal eigendom via een warmteschap Deze zeggenschap kan, als daar de wens voor is, uitmonden in gedeeld of geheel eigendom van bronnen, netten en levering voor duurzame warmte. Dit is een vorm van lokaal eigendom die we een warmteschap noemen. Een warmteschap is een democratisch wijkbedrijf voor warmte gebaseerd op de Europese Directives voor energiegemeenschappen die burgers het recht geven hun eigen energievoorzieningen te ontwikkelen en in eigendom te nemen. Het warmteschap onderneemt wel, maar niet voor commerciële winst. Het is democratisch georganiseerd en werkt voor de waarde van het gebied en maatschappelijke impact. Het warmteschap is een derde marktmodel in de warmteketen, naast het private en publieke warmtebedrijf. Het kan een totaal warmtesysteem in eigendom nemen, maar ook onderdelen als de bron en/of de levering. Suggesties voor de TVW:

Neem het warmteschap op als derde marktmodel in de warmteketen. Vorm een gemeentelijk of regionaal ontwikkelfonds voor warmte of voeg warmte toe aan een bestaand ontwikkelfonds. Participatie en rol gemeente Participatie in de wijkaanpak voor duurzame warmte is van groot belang, daar is iedereen het over eens. De wijze waarop verschilt. De welbekende participatieladder (o.a. ontwikkeld door de SER) onderscheidt van laag naar hoog de volgende treden in participatie: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en zelf laten organiseren. Wij pleiten voor de mogelijkheid van de hoogste trede: laat ons zelf onze eigen duurzame warmte organiseren. Bij deze trede nemen bewoners zelf het initiatief, de gemeente haakt aan en faciliteert het bewonersinitiatief (omgekeerde participatie of de responsieve overheid). De gemeente kan vanuit een faciliterende regierol vinger aan de pols houden. Suggesties voor de TVW:

Laat wijkbewoners zelf bepalen op welke trede van de participatieladder willen staan. Geef ze zo veel mogelijk zeggenschap. Dit kan per fase in een plan en project verschillen.

Sta toe dat de gemeente in verschillende wijken of buurten een andere regierol aan kan nemen. III Goede voorbeelden van andere gemeenten om coöperatieve warmte te ondersteunen De laatste tijd zien we dat gemeenten de coöperatieve werkwijze waarderen. Door tijdsdruk, beperkte participatie rond transitievisies en technisch-economische nadruk die bij veel transitievisies dominant is, komt dat niet altijd goed tot uitdrukking in beleid. Ter inspiratie geven wij hieronder voorbeelden van drie gemeenten waar raadsleden via moties die zijn aangenomen, de positie van initiatieven en coöperatieve warmte in het gemeentelijke beleid wisten te versterken. 1. Hilversum. De raad heeft een motie aangenomen die het college oproept: “Te streven naar minstens 50% lokaal eigenaarschap bij nieuwe projecten voor duurzame energieopwekking en voor collectieve warmtebronnen en zoveel mogelijk aansluiting probeert te vinden bij Hilversumse duurzaamheidsinitiatieven.” 2. Zwolle. In twee breed aangenomen motie roept de raad het college op: “Haar intentie uit te spreken over de rol van coöperaties en bewonersinitiatieven en als uitgangspunt te nemen dat huidige en toekomstige bewonersinitiatieven en bewonerscoöperaties gestimuleerd en ondersteund worden en een belangrijke plek krijgen in de uitwerking van de Warmtetransitievisie in wijkuitvoeringsplannen.” “De huidige lokale initiatieven te betrekken bij het vaststellen van een kader voor kansrijke initiatieven van inwoners en partijen zoals (van) woningcorporaties of energiecoöperaties.” “Om in het vervolgonderzoek naar de organisatie van de warmteketen met Zwolse energie-initiatieven te verkennen op welke wijze en in welke vorm zij een rol kunnen spelen in een eventueel warmtebedrijf.” 3. Den Haag. In een aangenomen motie roept de raad het college op: “Te onderzoeken op welke manier het streven naar 50% lokaal eigendom - of meer - kan worden bevorderd en verwerkt in de wijkenergieplannen en het stedelijk energieplan met betrekking tot de ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteit en warmte en de raad hierover te informeren.” Tot slot Wij wensen u veel succes en plezier in de transitie naar duurzame warmte. Omdat warmte zowel in de leefomgeving, het thuisgevoel en privé-eigendom van mensen zit, biedt deze transitie een kans om relaties te voeden, buurten te verbeteren en de lokale economie te versterken. De samenwerking met lokale initiatieven en energiecoöperaties zal u daarbij helpen. Mocht u meer voorbeelden kennen van de waardering van coöperatieve warmte in transitievisies of moties en amendementen die coöperatieve warmte in deze transitievisies een plek geven, horen wij dat graag. -------------------------------------------------------------------------------------------------------------Energie Samen | Buurtwarmte: landelijke coöperatie en koepel van 500 energie-initiatieven met 85.000 leden. Vereniging van Energiecoöperaties en –initiatieven Noord-Holland (VEINH): 80 energiecollectieven in NH.